Triathlon anno toen
Triathlon. Decennialang werd het beeld van triathlon bepaald door eenzame fietsers die kromgebogen over hun stuur de kaarsrechte polderwegen bedwongen. Gevlucht uit de hoofdstad naar het teruggewonnen land waar rust en ruimte beloofd was, wachtten de jonge vaders een eentonig leven waar de groei van hun kinderen gelijke tred hield met die van hun vrouwen, zij het niet in de lengte. ‘Alles is er’ was beloofd, maar de kroeg ontbrak. Verbannen door de in de hoofdstad achtergebleven vrienden en moe van de vergeefse pogingen zich op verjaardagen te verdedigen tegen hun hoon. Hier in de eindeloze Vinex-wijken, bleef er geen ander alternatief om te ontsnappen aan de gruwelijke werkelijkheid van alledag dan van het grote Niets het grote Iets te maken. En van het grote Iets, het grote Alles. Van de nood een deugd. De neus ging op het stuur, de ogen naar de horizon, en alle vezels in het lichaam werden aangespannen om de frustraties weg te trappen. Een sadistische planoloog had het wegennet zo rechtlijnig mogelijk aangelegd en dat was in volstrekte harmonie met de rechtlijnigheid die onze middelmatige IT-er en boekhouders een inkomen verschaften. Net genoeg om op een comfortabele manier ongelukkig te zijn. Moeder vond het prima, druk genoeg met de kids. Eén keer per jaar toog de familie naar Almere Triathlon waar ze hun gekke man of vader in de einder zagen verdwijnen, aan land zagen kruipen, in de einder zagen verdwijnen en weer verschijnen, weer verdwijnen en en nog één keer verschijnen. Om zich met frisse tegenzin in zijn slijmbaard te werpen als hij gesloopt in de hekken hing. Geëindigd in dezelfde anonimiteit die de polder de polder maakt. In de avond stond de AVRO op in de vergeefse hoop een sprankje op te vangen de helletocht die de brave huisvader had getrotseerd.
Triathlon anno nu
Dit was de triathlon. Maar nu niet meer. De verhipping slaat ook hier toe. Dat kan niet anders als zelfs Red Bull zich met ons identificeert. Hun tent stond centraal in het kermisterrein van Zwembad Klarenbeek, waar gisteren de seizoenstart van de teamtriathlons plaatsvond. Red Bull, die de jeugd in achterstandswijken inspireert liters mierzoet vergif in hun jonge kelen te gieten door mannen met staartjes pirrouetjes in de lucht te laten draaien na gelanceerd te zijn door MTB of snowboard. Of door de Max-factor. Wat een evolutie als de eenzame polderman nu plaats gemaakt heeft voor de horde op hol geslagen überfitte alleskunners die met duizenden tegelijk het kermisterrein bevolken. Nederland is opnieuw ingericht. De polders zijn opgeheven. De steden zijn in partytenten verkaveld over het terrein. Verbroedering verdringt animositeit. Hier ligt een kapitaal aan spullen voor het oprapen maar de dieven zijn ver weg. Een partytent kent deuren noch sloten. Slechts party. Maar ook al is het kermis en staan we in een partytent, buiten is het oorlog. Met winnaars en verliezers. Akelig nauwkeurig in beeld gebracht met razendsnelle registraties en een genadeloze speaker. Meer verliezers dan winnaars. De strijd is gebleven. Dankzij die strijd is het interessant voor alle kermisklanten. En voor Red Bull kennelijk.
De Dolfijn
Onze club is meegegaan in de evolutie.Een jong ambitieus bestuur van een man of 40 is te herkennen aan een Dolfijnshirt met ‘Bestuur’ op de rug. Tegenwoordig zijn bobo’s jong en aanraakbaar. In plaats van vast te houden aan oude principes barsten ze van de ideeën om de sport nog professioneler te maken. Nog aantrekkelijker. De gemiddelde leeftijd van de club daalt en het niveau stijgt. De strijd ‘oud’ tegen ‘jong’ is definitief in het voordeel van de jeugd beslist. Zeker op de sprint waar de competitie bol van staat. De combinatie met Wattbike, de inhuur van fysiotherapeuten, het materiaal van Cor Mantel, het sponsorbeleid per team, zomaar wat voorbeelden die een aanzuigende werking hebben op talent dat ons naar hogere regionen moet leiden in de klassementen. We zijn in praktisch alle divisies vertegenwoordigd maar missen de absolute killers die de Dolfijnen tot reguliere podiumkandidaten moeten maken. Maar dat duurt niet lang meer.
Die gare WC in Arnhem
Het hele Dolfinarium streek al vroeg neer in het verre Arnhem en voor velen begon het lange wachten. Zouden de vele Wattbike-trainingen, zwembaduren, baantrainingen zich uitbetalen? Vele Dolfijnen stelden zich exact die vraag op de Klarenbeekse WC-pot waar ze na lang wachten plaatsnamen. Iemand enig idee waarom hier de WC-rol buiten hangt? Ik graaide in een half-natte rol, moest een camping-achtige vernedering ondergaan van naar de wc lopen met papier in de hand en kwam er daar pas achter dat ik iets te zuinig was geweest!
Vierde Divisie heren
Hier werden we gerepresenteerd door Bart Rijborz, Ramon Schellevis, Koen Arendse en Herre Uittenhout, De vierde divisie die een soort speeltuin zou moeten zijn. Een open uitnodiging voor iedereen die eens met triathlon zou willen kennismaken. Althans op papier. In werkelijkheid is het een bittere vrucht ontsproten uit het gedachtegoed van een satanische geest. Want zoals in alle divisies zou ook hier iemand lijden met een grote L. Ramon had zijn hoofd in een vlaag verstandsverbijstering in de strop gesloken en zijn beulen waren niet te beroerd om deze een uur lang steeds strakker te trekken. Niet ineens, dat zou te makkelijk zijn. Maar langzaam. Kwam Ramon met zwemmen met zijn talent nog goed weg, direct na de fietsstart lag de oplopende weg klaar om zijn hart, alle andere organen in zijn lijf en zijn benen op te blazen. Bart Rijborz, volstrekt misplaatst in deze divisie, had het Financieel Dagblad van voor naar achteren uit kunnen lezen tijdens de tocht en onderweg een snackbar kunnen bezoeken, maar koos ervoor om steeds een paar meter voor de dapper spartelende Ramon te fietsen. Net genoeg om hem te laten balanceren op de grens tussen hoop en wanhoop. Ramon droeg zijn lot als een man en proefde naast bitter ook zoet door tussen zijn beulen te mogen finishen. Bloemen voor die man!
De Derde Divisie heren
Onze afvaardiging bestond uit Rick Marsman, Bart Verbrugge, Bas Adams en Daan Remijnse. Dit team was beter uitgebalanceerd maar niet goed genoeg. Daan, wiens wederhelft uitblinkt in ijver, heeft ook oog voor de andere geneugten van het leven en laat wel eens een training schieten. Zijn brede lach bij de zwemstart veranderde na drie slagen in het woelige water in een grimas. Frivoliteit maakte plaats voor concentratie. Want de slagorde was bepaald en Daan kent nog wat ruimte voor verbetering. Koersvast is hij niet echt, terwijl een zwembad toch voldoende navigatiemogelijkheden biedt. Maar het is natuurlijk al een wonder dat Daan hier fris en fruitig (althans bij de start) rond marcheert als we weten dat hij een half jaar geleden nog volledig in de kreukels lag. Bij het fietsen hielden de teamleden elkaar nog in een innige carbonnen greep maar bij het lopen was het bal. Vanaf het ereterras konden we het elastiek zien waar Daan aan hing. Het was misschien tien meter en waar je een schuchtere schuldbewuste naar de grond gerichte blik zou verwachten, nam Daan ruimschoots de gelegenheid om het publiek te begroeten. Een paar honderd meter verder had Daan het gat gedicht, maar kreeg de rekening voor die laatste inspanning per kerende post op zijn deurmat in de vorm van twee flessen rechtsgedraaide karnemelk die zijn metgezellen vormden voor de rest van de tocht terwijl zijn teammaatjes de laatste ronde rondden. Bart Verbrugge kreeg een handje in de rug maar kwam evengoed tot een kookpunt, getuige zijn Sharapova-achtig gekreun in de laatste meters.
De Tweede Divisie heren
Deze roedel hongerige wolven had een duidelijk leider. Zijn naam is Stach Aarts. En een leider heeft een visie. Namelijk, ‘we gaan het eerste team vermorzelen’. Maar waar ik Stach echt om waardeer is dat hij niet alleen een groot visionair is (ze waren inderdaad iets sneller dan het eerste), maar dat hij zich onderscheidt van andere leiders door ook nog eens een enorm talent te etaleren in het delegeren. Hij liet al het vuile werk door anderen opknappen. Stach is groot geworden in de Run Bike Run. Maar oplettende lezers missen het woordje ‘swim’. Stach had precies twee keer geoefend en werd in 475 meter gekielhaald. Leek het in het begin nog op zwemmen, in de latere stadia ‘sloeg’ hij het water. De tunnel waardoor hij gleed in het spoor van bruisend water veroorzaakt door vrolijk spartelende voeten van de kompanen voor hem maakte plaats voor een stroperige massa waarin hij steeds verder verstrikt raakte. Zijn hartslag was twintig slagen boven zijn maximum toen hij zich uit het water tilde en dat bleef zo totdat hij de muur van asfalt voor zich zag die Arnhem hem voorschotelde. Normaal zijn terrein, maar niet als het zuur uit je gespierde lijf spuit en er een locomotief van het formaat van Michiel de Wilde voor je rijdt. Michiel, die twee weken eerder gemiddeld 43 km/uur in een tijdrit met ijzige poolwind noteerde, was er eens lekker voor gaan zitten. Barbecueën met je eigen teamgenoten op de grillplaat. Ruben Beekmans en Coen Boellaard werden ‘medium’ bereid, Stach werd ‘well-done’ opgepeuzeld. Verder een leuke jongen, die Michiel.
De Eerste divisie heren
Dit semi-eliteteam bestond uit Joey Damen, Mahmoud Hassan, Wilbert Grooters en Erik Brandsma. Met Wilbert en Erik uit zwemmen gaan is geen leuke date. Natuurlijk, het zijn jonge, blonde frisse knapen maar snijden als een pijlstaartrog door het water. Hoe? Joey mag het weten. Maar Joey heeft veel progressie gemaakt en kon zich handhaven. Bij Mahmoud zonk de moud hem in de schoenen. Niet eens zozeer tijdens het zwemmen maar vooral bij het fietsen waar hem letterlijk een rad voor ogen werd gedraaid. Of eigenlijk zes. Niet zijn sterkste onderdeel en omringd door kilowattknallers van de eerste orde een uitstekend recept om vroegtijdig opgeblazen te worden. Een klap die nadreunde tot diep in de pizza-avond, waar hij nog steeds mismoudig voor zich uit staarde. Als hardlooptrainer weet ik dat het een goudhaantje is maar zalvende woorden hebben in dit stadium nog niet veel zin.
Eredivisie heren
Het hoofdgerecht werd gevormd door Tjebbe Venema, Wouter Dijkshoorn, Gert Brinkman, Roy Lagerburg en Leander van Diggelen. Vijf is best veel inderdaad en dat vonden de sterksten van dit team ook. Tjebbe had het zwaar. Zo zwaar zelfs dat hij volledig uitgepierd in het parc fermée aankwam. Het brilletje belandde niet waar het hoorde en Tjebbe verloor bij het corrigeren hiervan de fietsschoen. Buiten werd druk vergaderd of er wel of niet gewacht moest worden. Tjebbe kon nog van nut zijn als Leander aan diggelen ging. Er werd gewacht maar ook hier gebeurde wat bij de andere teams gebeurde. Als je in een uiterste inspanning bij de groep komt die lekker heeft staan uitrusten kun je er donder op zeggen dat je nog dieper in het rood gaat als die machine gaat draaien. Tjebbe heeft niet alleen het lichaam van een Griekse God maar ook nog eens een diepgang waar menig topsporter jaloers op is, dus het duurde uiteindelijk nog vijf kilometer voordat hij zich gewonnen gaf. Ook Tjebbe was net als zijn lotgenoten uit andere divisies gedoemd om de wedstrijd naar beste vermogen te beëindigen zodat er bij pech of blessures in ieder geval een uitslag kon worden genoteerd. Het was niet nodig. Onze eredivisionisten waren 14e van de 16 dus net uit de degradatiezone. Met een paar teams binnen bereik dus behoud in de eredivisie moet met deze mannen lukken. Het heeft Tjebbe niet koud gelaten. Dat tekent de sportman. If it doesn’t kill you, it makes you stronger en deze man is tot op het bot getergd om een volgende wedstrijd te knallen.
Eerste divisie dames
De dames 1e divisie bestond uit Anne-Wil Veldman, Linda van Wely, Lucienne Groenendijk en Kirsty van der Geest. Een prachtig team dat heel mooi draaide. Ik probeerde als hardlooptrainer nog wat technische aanwijzingen van de kant te geven maar werd luid overstemd door Bart Verbrugge die gilde: ‘Mooi lopen!!!!’ Wat is mooi lopen, Bart? Die meiden zijn in verregaande staat van ontbinding en kunnen geen vage kretologie omzetten in actieve handelingen! Maar ook zonder mij liepen ze stijlvol door. Kirsty wilde alle aandacht voor zichzelf en besloot solo te finishen. Moet kunnen!
Eredivisie dames
De eredivisie dames Judy van den Berg, Dieuwertje Bax, Tracy Markhan en Neiske Becks leverden waar voor hun geld. Neiske trok diepe schroeiplekken over het asfalt en flyer Dieuwertje draaide soepel mee. Net als Judy en Tracy. Zoals gepland liet Neiske de overige goudgerande meiden bij het lopen lopen en finishten de dames ‘in het linkerrijtje’. Klasse!! Dieuwertje was na afloop niet uit de hottub te rammen maar meldde zich uiteindelijk bij de Dolfijntent.
Pizzaparty
Het was alles bij elkaar een enorm feest en oud-voorzitter Wick en zijn vrouw onthaalden ons op een ouderwets Arnhemse Pizzaparty met een eigen pizzabus voor de deur. Hier volgde de samensmelting van de dolfijnenfamilie. Een dolfijn is een intelligent dier. Het zal niet lang duren voor het door heeft hoe het volgende keer nog harder en beter kan. Nu terug naar het westen waar het lekker vlak is.
Check Facebook voor een uitgebreid foto verslag.
Helden!
Paul Bierman
Let me entertrain you…