Trainingszones bij de club
Met de trainers hebben we afgesproken de trainingszones te gebruiken zoals de NTB dat doet. Hierbij is er geen onderscheid tussen zwemmen, fietsen en lopen. Het registreren, checken en analyseren kan wel weer per sport verschillen. Dat maakt het lastig!
Met de onderstaande afbeelding laten we de zeven zones zien zoals we die gebruiken. Zone 6 en 7 laten we in deze uitleg buiten beschouwing, omdat je dit niet kan meten aan de hand van de hartslag (het is kort en heel snel). Dit komt wel in trainingen aan bod komen. Denk hier bijvoorbeeld aan de sprintjes op zaterdagochtend in het zwembad of tijdens een sprinttraining op de atletiekbaan of op de fiets. Bij iedere zone staat een toelichting waarom het nuttig is om in die zone te trainen en bij wat voor type trainingen het past. Om ook echt in die zone te trainen kan je verschillende objectieve en subjectieve handvatten gebruiken. Uit onderzoek blijkt dat je RPE (Rate of Perceived Exertion, zie afbeelding 2) erg goed kan werken als je ervaring hebt met trainen. Voor een beginner is dat lastiger. Het gebruik van een hartslagmeter tijdens fietsen en lopen of een vermogensmeter op de fiets kan daar ook bij helpen. Snelheid kan bij zwemmen en lopen ook handig zijn. Op de fiets is snelheid lastiger door de sterk wisselende omstandigheden. Oftewel, een bundeling aan meetgegevens kan goede feedback geven of je in de juiste zone traint. Het belangrijkste blijft toch om goed naar je gevoel te luisteren. Die kan je mooi vergelijken met de RPE schaal.
De trainers proberen zo volledig mogelijk te zijn door de intensiteit (zone) op verschillende manieren aan te geven. Het vervolgens zo uitvoeren is belangrijk om ook het juiste trainingseffect te bereiken!
geschreven door Wouter Dijkshoorn