De 60 van Texel
geschreven door: Gerard
Er woei een harde wind over de lege parkeervlakte. Ik liep richting de veerhaven van Het Horntje. Een korte rij auto’s wachtte op de volgende boot naar Den Helder. Er was nergens koffie. Ik draaide me om en liep terug naar de bagageafgifte. Honderden hardlopers in klapperende poncho’s hielden de moed erin. In het noordwesten hing een donkere lucht.

Zodra het startschot viel, begon het keihard te regenen. Daarna ging het hagelen. Met één arm beschermden we onze gezichten tegen de hagelstenen. Daarna veranderde de hagel weer in regen. Iedereen was koud en nat. We konden echt beginnen.

Eigenlijk zouden Remus Otten en Ronald Kleverlaar de 60 km van Texel lopen. Maar Ronald stond op de wachtlijst. En toen had hij iets anders geboekt. Maar hij kon toch meedoen. En binnen 5 seconden had ik ‘Ja’ gezegd op zijn vraag op whatsapp wie zijn ticket wilde.

Een beetje onwennig liepen we om de Mokbaai heen de duinen in. De snellere en langzamer lopers liepen nog door elkaar. Om de plassen heen was het zoeken naar het goede pad. Na een kilometer of 5 draaiden we het strand op. De wind loeide langs onze oren. Grote zandwolken stoven onder ons door. We krompen ineen en probeerden een voorganger te vinden.

Ik had twee doelen voor deze tocht: finishen binnen de 6 uur en de tweede 30 kilometer sneller dan de eerste. Maar eerst eens zien hoe ik het eerste stuk over het strand kwam.

Mijn voorgangers liepen steeds verder weg. Achter mij was een groepje ontstaan. Ik waaierde er netjes omheen, sloot achteraan en onmiddellijk versnelde het groepje. Meer hardlopers dan wielrenners. Ik probeerde aan te haken, maar het ging te snel. Hoe konden mensen nu al zo snel zijn? Achter mij ontstond een nieuw groepje. Ik waaierde er netjes om heen en ook dit groepje versnelde. Zo werd het een gevecht van aanhaken en lossen tot we het strand afgingen.

In het bos was er geen wind. Ik kwam wat tot rust en probeerde mijn tempo van 6 minuten per kilometer te pakken. Dat viel niet mee, want iedereen vloog me voorbij. Waar haalden ze het vandaan? We staken weer de duinen over en op het strand pakte ik nu regie. ‘Zullen we samen lopen? Om en om twee minuten op kop?’ ‘Dat is goed.’ Er ontstond ritme in de kopbeurten en ik kwam ik echt in de wedstrijd.

Na het strand kwam De Slufter. We liepen over een modderig karrespoor. De zon was gaan schijnen en het was er prachtig. Het 30 kilometerpunt naderde en dat was spannend. Ik had 2 liter sportdrank bij me. Bij de bagageafgifte had ik een bidon met sportdrank afgegeven. Die ik kon aanlengen tot nog eens twee liter sportdrank. Daarmee kon ik het redden tot de finish.

Alles klopte perfect. Na 2 uur en 59 minuten kwam ik met een lege drinkzak bij de verzorgingspost. Daar stond mijn bidon. Een toeschouwer hielp me bij bijvullen van de waterzak. En na 3 uur en 3 minuten begon ik aan de tweede helft van de race, over een heuvelend fietspad, naar de vuurtoren.

Vanaf de vuurtoren hadden we de wind mee. Eindelijk kon ik vrijuit mijn eigen tempo lopen. We staken de dijk over en keken kilometerslang over de Waddenzee uit. Ik nam nog een dropje en voelde me goed. De lucht werd weer grijs. Een hagelbui legde een laagje ijs op onze hoofden.

Bij Oosterend gingen we de dijk weer af. We liepen tegen de wind in naar het dorp. Vanaf daar fietste mijn vriendin, Meike, mee en kon ik mooi opscheppen.

De laatste tien kilometer versnelde ik. Omdat veel medelopers kapot gingen, leek ik het of ik vloog. In de laatste kilometers zie je de kerktoren van Den Burg op de Hoge Berg. Daar moeten we heen. De wind was weer pal tegen. Wat een mooie plek om nog eens extra aan te vallen. Ik probeerde Meike omhoog op de fiets te lossen. Een jonge, sterke gast probeerde mij bij te houden. Een tijdje liepen we kop over kop. Toen we bijna boven waren versnelde ik nog eens. Hij brak. Ik trok door naar de finish. Het lukte binnen de 6 uur. 5 uur en 53 minuten, 17e van de 51 mannen in mijn leeftijdscategorie. Wat een mooie tocht.

Remus liep ver voor mij een fantastische wedstrijd. In een vlakke race eindigde hij in 4 uur en 30 minuten, 4e in zijn categorie en 11e overall. Wat een prestatie.